zaterdag 18 april 2015

Child survivers en Jaffa

Zondag 12 april
Op de dag dat de bevrijding van kamp Westerbork 70 jaar geleden werd herdacht, gingen wij naar het plaatsje Ashdod om een groepje dames te ontmoeten, die ‘child survivers’ zijn. Dit zijn Joden, die als baby of klein kind de holocaust overleefden. Lang is er gedacht dat ze te klein waren om hier iets van te merken, maar het tegendeel is waar. Dit merkten we al direct bij aankomst: de vrouwen wilde zó graag iets vertellen, dat iedereen door elkaar heen praatte. Tijdens de voorstelronde werd ons nogmaals duidelijk hoe bijzonder hun verleden is geweest. De meesten hadden meerdere namen gehad: hun eigen naam (gekregen bij geboorte), een of meerdere onderduiknamen en een Hebreeuwse naam, die ze kregen bij aankomst in Israël.   

Na het voorstellen, kregen we een rondleiding  op de ‘mosjav’, waar het gastgezin woont. Dit is vergelijkbaar met een kibboets; namelijk een soort dorp waar mensen samen leven en werken op het land. Het is een besloten gemeenschap en iedereen kent elkaar. Tegenwoordig heeft wél iedereen zijn eigen onderneming, maar bijvoorbeeld feesten worden nog altijd gezamenlijk gevierd. Het gastgezin heeft een granaatappelboomgaard, waar ooit een (deel van een) raket terecht is gekomen, tijdens de Gaza-oorlog. Ook namen we een kijkje bij het schapenbedrijf van de dochter van de gastvrouw. Er liepen schattige lammetjes bij, die net even iets meer aandacht van ons kregen…





Tijdens de lunch kregen we meer te horen over de persoonlijke verhalen van de vrouwen. Een van de vrouwen hoorde bijvoorbeeld bij de groep ‘Onbekende Kinderen’ in kamp Westerbork. Deze kinderen hadden geen identiteitspapieren, waren te jong om hun echte naam te weten en waren hun ouders kwijtgeraakt, dus werden ze geregistreerd als ‘de onbekende kinderen’. Toen deze kinderen op de trein werden gezet naar Auschwitz om vernietigd te worden, is deze om onverklaarbare reden nooit aangekomen. De kinderen zijn uiteindelijk terechtgekomen in kamp Bergen Belzen. 
Ook hoorden we dat na de bevrijding het leed niet ophield. Hoe moest je als kind je ouders (als ze al leefden) terugvinden? En, als je ze terugvond, waar moest je gaan wonen? De huizen, inclusief huisraad, waren veelal ingepikt door anderen. En hoe moest je omgaan met het verdriet van je moeder of vader? Ook werden Joodse kinderen vaak gepest op school, want je had als één van de weinigen andere tradities en gebruiken, dus werd je al snel het buitenbeentje.     

Ondanks de indrukwekkende verhalen, konden de vrouwen het met een humoristische ondertoon vertellen, wat ervoor zorgde dat we na een hartelijk afscheid, met een goed gevoel verder reden naar de bestemming van die middag: havenstad Jaffa. Deze plaats is o.a. bekend van het bijbelboek Jona. Hij stapte in Jaffa (toen nog Joppe genoemd) op een schip om te vluchten voor zijn opdracht van God om naar Ninevé te gaan. 
Ook liepen we langs het huis van 'Simon de leerlooier'. Hier logeerde de apostel Petrus toen hij het visioen over reine en onreine dieren kreeg (Handelingen 10). 
Toen we merkten dat de lucht begon te betrekken en we de regen al bijna konden ruiken, besloten we zo snel mogelijk de auto weer op te zoeken en terug naar huis te rijden. 





1 opmerking: